dinsdag 22 april 2014

Ik ben een Zwollenaar...

Ik ben een Ajacied. En ik dacht eergisteren ook, die beker die halen we even op in Rotterdam. Die gedacht past natuurlijk wel bij een Ajacied. Gezonde arrogantie noem ik dat. En met dat gevoel reed ik eergisteren rond een uurtje of drie heerlijk naar Rotterdam, samen met de buurman om een lekkere pot voetbal te kijken. De koetjes en kalfjes vlogen over het wegdek heen en de pre-reflectie hoor ik nog nagalmen in de auto. “Als Ajax vandaag verliest is het niet zo dat ik stikchagrijnig terug rijd”.
Door de file iets later bij de Kuip dan gepland, maar nog ruim op tijd voor de aftrap. Stadion in, vak zoeken, trap op, stoeltje gespot, kom maar op! Naast me een 15 jarige überpuber met zijn gelikte zakenpapa (inclusief welvaartsbuik) met overhemd vol met kolibries. (Kolibries! WTF?) Het ventje gilt als een malle en spring en dat doet. Alles om maar te laten zien dat hij de boys uit Amsterdam steunt, nou ja… Het lijkt erop dat hij meer affiniteit heeft met de supporters dan met de spelers. Hij zingt alles mee, wat er ook maar uit het Ajax vak komt.
Nou laten we maar beginnen met die pot, des te sneller hebben we de beker te pakken. De scheids fluit voor het begin. De echo van het fluitje was nog niet opgetrokken uit de Kuip of een stel amoeben achter het doel van Ajax besluit om vuurwerk het veld op te gooien. Het potentiële jeugddelinquentje naast me veert op van zijn stoel en is ongelooflijk blij. Wow, gaaf, tof, het zijn zo maar een paar kreten dat het gevalletje naast me het stadion in slingert. Ik probeer hem nog indringend aan te kijken in de hoop dat hij realiseert dat hij echt heel verkeerd bezig is. Maar nee hoor. Geen succes. En ook pappie heeft niet de behoefte zijn zoon even te corrigeren. Nadat het opgewonden standje weer op zijn stoeltje zit probeer ik hem nog uit te leggen dat dit geintje Ajax heel veel geld gaat kosten. Het komt niet door bij hem. Toe dan maar dacht ik nog. En nadat Ajax op een wonderschone manier op 0-1 voorsprong komt, laat het groepje halven achter het doel zich weer van hun slechtste kant zien. Weer vliegt er een lading vuurwerk het veld op. Op zich is het natuurlijk wel knap zoveel  ééncelligen te vinden zijn die het vuurwerk kunnen en willen gooien en dan ook nog eens zover het veld op. Het debieltje naast me is niet meer te houden. Hij schatert het uit. Ik daarentegen zak steeds meer onderuit. Dit ga je niet menen. Wedstrijd gestaakt. Nou lekker dan. Corky naast me vindt het nog steeds helemaal geweldig. En wederom leg ik hem uit dat dit helemaal niet geweldig is. Resultaat van mijn educatieve poging? Nul komma nul.
Van Der Sar komt het veld op en verteld in rake bewoordingen hoe het zit. “Kappen met die shit” en “Dit brengt onze club naar de kloten”. Ik hoop dat Ajax ze opspoort en als taakstraf het onderhoud van het veld in de Kuip laat doen, net zo lang totdat Feyenoord kampioen wordt, dan kan het ook nog wel even duren voordat ze klaar zijn.
Ik weet nog niet of ik er blij mee ben dat wedstrijd wordt hervat, maar goed het is niet anders. En binnen enkele minuten ontploft het knulletje naast me helemaal. Zwolle komt op 2-1 voor. En plots geloof ik in karma.

Het verloop van de wedstrijd is bekend en ik kan er geen moment mee zitten. Echt niet. Ajax verdiende niet beter. Ik reed toch stikchagrijnig naar huis. Niet door de stand, maar door de  wannabe-fans achter het doel. Ik schaam me kapot voor die Neanderthalers. Die verdienden ook geen beker. Eergisteren verdienden de Zwolle fans die beker. Eergisteren was ik geen Ajacied, eergisteren was ik een Zwollenaar.